Uitleg niveau 2 en hoger
 
Wat heb je eerder geleerd?
1. Je begint met het invullen van de aanwijzingen.
2. Vervolgens ga je aanvullen.
Als je bijvoorbeeld ergens een vinkje hebt gezet, kun je de rij en kolom aanvullen met kruisjes:
of
3a. Je kunt vinkjes combineren.
 
Wat is nieuw?
3b. Je kunt een vinkje ook met een kruisje combineren:
Toelichting:
In dit voorbeeld is de opa die op wielrennen zit, getrouwd met de oma die op volleybal zit (het vinkje).
De opa die op wielrennen zit, is niet Peter (linker kruisje).
Het combineren van deze 2 gegevens levert op dat opa Peter niet getrouwd is met de oma die op volleybal zit.
Dat levert een nieuw kruisje op (het rechter kruisje).
 
4. Je gaat het schema vergelijken met de aanwijzingen. 
In het begin heb je nog niet alle informatie uit de aanwijzingen kunnen verwerken. Mogelijk kun je nieuwe
vinkjes en kruisjes zetten, als je het (inmiddels deels ingevulde) schema met de aanwijzingen vergelijkt.
 
Terug naar de homepagina
.